Vrijdag om 14u kwamen Norval (de directeur van Groote Schuur High School) en zijn zoon Jaak ons ophalen bij het hostel. Tijdens de rit naar Onrus (ca. 2 uur), kregen we Zuid-Afrikaanse snacks aangeboden: allerlei hapjes in bladerdeeg, waaronder ook ‘samooza’. Dat lijkt op een driehoekig loempiaatje, maar is gevuld met kruidig vlees. Lekker! We stopten ook bij een winkeltje waar ze typische producten van de streek verkochten. We kregen verse appelsap (smaakt zoals geraspte appeltjes) en twee gedroogde worsten: één van springbok en één van 'bees' (rund). Norval wilde dat we de Afrikaanse eetcultuur leerden kennen. Wonder boven wonder smaakten deze droge worsten echt lekker. Veel beter dan de biltong, of beter gezegd Kaats koeientong.
We reden verder over prachtige bergen, waar rotsblokken verspreid in het landschap van fijnbos liggen. Het landschap ziet er heel anders uit eenmaal je de kust van Kaapstad verlaat. Rond 16u kwamen we aan in Onrus, een rustig kustdorpje dichtbij Hermanus. Het vakantiehuis van Norval was heel gemakkelijk te herkennen: zoek het FELblauw dak. We installeerden ons in één van de vijf slaapkamers (in het totaal waren er 12 slaapplaatsen) en verkenden kort het huis. Het ziet eruit als een chalet(je) – die ‘je’ kan je eigenlijk best weglaten – , met twee verdiepingen en een heel groot balkon waar je altijd een plaatsje in de zon vindt. Zalig!
Terwijl Norval één van de buren ging helpen met een klusje, maakten wij samen met Jaak (die we inschakelden als onze ‘gids’) een wandeling in Onrus. Via een paadje langs de rotskusten liepen we naar het strand. We passeerden een ingebouwd zwembad in de rotsen (Davies’s Pool). We hadden onze zwemkledij aangedaan en liepen vol goede moed naar het water. Nog voor onze dikke teen volledig onder water zat, wisten we al dat een zwempartijtje niets voor ons zou zijn. Brr!! We besloten dus om verder te wandelen. Na een kwartiertje bereikten we het prachtige witte strand. (Vergeef ons als we iets te veel superlatieven gebruiken, maar hoe kunnen we het anders beschrijven?) Aan de ene kant van het strand was de zee (grote golven en bijgevolg surfers), aan de ander kant had je een lagune (een leuke plaats met warmer ondiep water waar veel kindjes spelen). We keerden terug door Onrus. Onrus lijkt op een rustige wijk. Jaak vertelde ons dat meer dan 50% van de huizen vakantiehuizen zijn. Er is ook een camping, waar tijdens de vakantie veel mensen hun tentje opslaan. Eigenlijk heeft Onrus iets weg van een vakantiedomein. Hoewel de naam het niet laat uitschijnen, is het er heel rustig. In de late namiddag genoten we dan ook van de rust en de natuur: we maakten het onszelf gemakkelijk op het balkon en lazen ('jawel') een Zuid-Afrikaanse krant.
Toen Norval terugkwam, nodigde hij ons uit voor een autotripje in de omgeving. We passeerden heel wat ‘retirement villages’, waar de oudjes hun tijd doorbrengen, vooraleer we in Hermanus aankwamen. Daar kocht Norval nog enkele snorkels, die we de volgende dag zouden gebruiken bij het duiken. Bij het ondergaan van de zon reedt Norval zo vlug hij kon (!eventjes toch een beetje schrik!) de bergen op. Helaas, net te laat. Niettegenstaande konden we er genieten van een prachtig uitzicht op Hermanus en omgeving. Met wat minder vaart (gelukkig) keerden we terug. Om 19u30 zochten we een leuk plekje voor de televisie. Je kunt het al raden, we gingen rugby kijken. Met een enthousiaste directeur en zoon aan onze zijde, en een rokende braai buiten, verwonderden we ons opnieuw over de gewelddadigheid van het spel. Om de dag goed af te sluiten aten we lekker gebraaide worst, terwijl we de sterrenhemel boven ons bestudeerden (Orion, de drie koningen, southern cross… allemaal te zien!!)
Rond 22u30 gingen we slapen. Het bed was wat kort (Kaats voeten kwamen buiten) maar we vielen als een blok in slaap.
Zaterdagmorgen ontbeten we op het balkon in de zon, terwijl Norval even weg was voor een ‘short haircut’. Om 9u arriveerde de vrouw van Norval met drie Duitse meisjes. De meisjes nemen een schoolbaanonderbreking van tien maanden en volgen les in een highschool in Kaapstad. Ze zitten in grade 10 en 12. Ook zij zouden de rest van het weekend met ons doorbrengen.
Rond de middag was het laagwater en zouden we gaan duiken. Om 11u trokken we de duikpakken aan. Wij kregen natuurlijk de oudere pakken, die al wat versleten waren en waar gaten inzaten. Kaats pak paste nog redelijk, maar dat van mij was natuurlijk te groot. Als twee maanlanders stapten we de auto in. Aangekomen bij de duikplaats moesten we over rotsen klauteren (lang leve de teva’s) om bij het water te komen. We trokken de rest van ons maanpak aan (snorkel, zwemvliezen, handschoenen en 'duikmuts') en keken hoe we in het water zouden gaan. Dat was nog niet zo simpel, want overal lag zeewier. Moesten we hier snorkelen? We keken naar Norval en Jaak. Ok, stap 1: voeten in het water. Amai, zo koud. Algauw raakten we gewoon aan de temperatuur en was het tijd voor stap 2. We lieten ons in het water glijden en probeerden op onze buik te liggen. Plots stonden we voor een volgend probleem. Hoe konden we in die wirwar van zeewier vooruit geraken? We lagen letterlijk op het wier en zwemmen was dus onmogelijk. Er stond dus niet anders op dan al trekkend aan het zeewier ons te verplaatsen. Eenmaal we wat vertrouwd waren met deze (voor ons dan toch!) klungelige snorkelmanier, keken we door het zeewier naar de zeebodem. We moesten hiervoor het zeewier echt opzij duwen. Plots ontdekte ik onder mij een vis van zo’n 40 cm. Hij lag stil en ik probeerde hem bij zijn staart te pakken. Trots stak ik hem boven water uit. Toen Kaat dit zag, zie ze: ‘Sofie, dat is een haai!’ Even schrok ik, maar liet hem niet los. Het zijn typische kleine vegetarische haaitjes. Toen de haai teveel begon te spartelen, bevrijdde ik hem weer. Onder mijn lichaam door verdween hij. We snorkelden verder. Doordat onze pakken een beetje gescheurd waren, kregen we het algauw koud. Er zat niets anders op dan uit het water te komen. Klappertandend wachten we op de rest van het snorkelteam. Norval en Jaak hadden heel wat kreeften (lichaam van 20 cm) en alikruekels ( = periwinckles: slakken met diameter van 15 cm) gevangen. De kreeftjes zouden we ‘s avonds op de braai leggen; de alikruekels waren voor zondag.
Na de lunch (heerlijke zelfgemaakte pizza) zochten we nog even het strand op. We bleven maar tot 17u want we wilden ook deze avond de rugbymatch niet missen.
Na een spannende wedstrijd hielpen we met het kuisen van de kreeften en de alikruekels. Deze laatste moesten we uit de schelp trekken (nadat ze waren gekookt). Vervolgens sneden we de ‘staart’ af en kuisten we het eetbare deel. Als twee echte biologen vonden we dit een prachtig karweitje. Een dissectie konden we dan ook niet laten schieten.
Na de braai met de heerlijke kreeftenstaartjes, speelde Kaat op de gitaar van Norvals zoon. Zoals de Zuid-Afrikanen het hier zeggen: het was een lekkere (betekent: leuke) dag geweest.
Zondag was het mijn verjaardag!!! Toen ik opstond, werd ik door iedereen gefeliciteerd. Ze kwamen naar me toe en ik dacht dat ik drie dikke zoenen zou krijgen, maar niets was minder waar. Dat is hier de gewoonte niet. In plaats daarvan pakken ze je stevig vast en geven een innige omhelzing, waarbij ze stevig over je rug wrijven. De eerste keer wist ik niet goed wat er gebeurde, maar gelukkig had ik het al snel door. Ik beantwoordde hun felicitaties met een dikke knuffel. Ik kreeg een cadeautje en daarna ontbeten we: de vrouw van Norval had kleine 'pancakes' gemaakt. Dat was smullen.
Rond 11u vertrokken we om mossels te trekken. Eerst zwarte mossels, daarna witte mossels. We reden naar een strandje bij de rotsen waar we de zwarte mossels vonden. Het water was redelijk wild. Na enkele schrammen op de knie (door de golven die ons tegen de rotsen sloegen) hadden we 70 zwarte mossels (10 cm) getrokken. Meer mossels liet de vergunning niet toe.
Op naar het volgende strand om witte mossels te graven. Je leest het goed: graven. Witte mossels zitten zo’n 10-20 cm onder het zand. We reden hiervoor naar één van de mooiste stranden, een ‘blue flag beach': heel groot, woestijnachtig, duinen, wit zand… Helaas, na 30 minuten graven kwamen we met lege handen terug. Deze dag was toevallig geen goede dag. We vonden geen enkele mossel. Maar het was toch de moeite geweest om dat strand te zien.
Tegen 14u30 waren we thuis en was het tijd voor lunch. De gekuiste alikruekels werden fijngemalen met ui, brood, olijfolie en nootmuskaat. Samen met rijst en een beetje citroensap smaakten deze ‘slijmerige’ zeebeestjes best lekker.
In de namiddag ging ik voor de eerste keer naar het strand op mijn verjaardag. Zalig! En dat is nog niet alles: het is ook de eerste keer dat er gebraaid werd op mijn verjaardag. Het kon niet beter.
We hielpen opnieuw met het voorbereiden van het avondmaal. Na het kuisen van de mossels, mochten we ze ook helpen bereiden: twee mossels in één schelp, daarboven wat boter, look, mayonaise en geraspte kaas. Nu nog enkel op de braai.
Rond 21u konden we eten. In Zuid-Afrika is het de gewoonte dat er voor de maaltijd kort wordt gebeden. Normaal zei Norval altijd een klein dankwoordje, gevolgd door ‘amen’. Omdat het mijn verjaardag was, stelde hij voor dat ik een kort gebedje in het Vlaams zou doen. Ik nam dat aanbod natuurlijk aan. Even vlug bedenken wat ik moest zeggen, maar uiteindelijk is dat niet zo moeilijk. Je bedankt voor het lekkere eten, de leuke dag… Na een heerlijke maaltijd kregen we een typisch Afrikaanse pudding als dessert: sago. Op het eerste zicht leek het ons wat raar. In de pudding zaten precies allemaal kikkereitjes. Maar dat is het natuurlijk niet, gelukkig. Het smaakt heel lekker, een beetje zoals flan.
Het was een heerlijke verjaardag geweest!! Om nooit te vergeten.
Maandagmorgen vertrokken we vroeg, om de filles te vermijden. De kortste weg is over de bergen, maar wij maakten een kleine ommeweg langs de kust. Zo konden we nog een ander deel van Zuid-Afrikaanse kust zien. En wat voor één! Bergen die in de zee lopen, uitzicht op Tafelberg… Terwijl we via een kronkelbaantje de kustweg volgden (gelukkig mocht ik van Kaat voor mijn verjaardag vooraan zitten), kwamen we plots een groep ‘babboons’ (bavianen) tegen. De kleintjes waren gewoon aan het spelen in het midden van de weg. We konden heel dichtbij komen om enkele foto’s te nemen.
Een betere afsluiter van dit prachtig weekend konden we niet bedenken.
dinsdag 23 maart 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
een dikke proficiat met je verjaardag Sofie!
BeantwoordenVerwijderenzo een verjaardag krijg je nooit meer he,!Van mij een knuffel en drie xxx ;-)
Groetjes aan Kaat van Sonia xxx