We zijn volop bezig met lessen geven.
Kaat: “Ik geef nog steeds aardrijkskunde aan Grade 10 (Sinds kort is er een nieuwe leerling bijgekomen, toen waren ze met vijf ). Onlangs had ik een goed gesprek met Stefan (mentor aardrijkskunde) over de verschillen tussen zijn manier van les geven en de Belgische manier van les geven. Hij stond open voor mijn suggesties, zoals zelf minder praten en de leerlingen meer laten denken en uitleggen. Niet zelf antwoorden op z’n eigen vragen. Na een van zijn volgende lessen zei hij: ‘I tried already to talk less’. Tof! Hij was ook heel enthousiast over de – ‘Geografie doet denken’ (voor de kenners ) - oefeningen die ik maakte over de drie soorten gesteenten: ‘igneous rocks’, ‘sedimentary rocks’ en ‘metamorphic rocks’. Het deed me plezier dat ook de leerlingen er heel positief over waren! “ It makes you thinking already.” Dat is net wat ik wilde bereiken. Voor de leerlingen moet het wel plots een verandering zijn: werkblaadjes invullen, vragen beantwoorden, oefeningen maken, zelf zaken verklaren en uitleggen, figuren in de juiste volgorde leggen, … Maar ik zie dat ze geboeid zijn en dat geeft je positieve moed om verder leuke lessen voor te bereiden. Ik geef nu al enkele weken les in die klas (Grade 10 heeft elke dag een uur aardrijkskunde) en ik ervaar dat we een aangename band hebben opgebouwd. Ik sta ‘op het gemak’ voor de klas, begin de leerlingen goed te kennen, een Engels mopje lukt zelfs af en toe, leerlingen verbeteren mijn uitspraak soms en we lachen er eens samen om. Zo leren we allemaal bij!
Sofie: “De wiskundelessen verliepen heel vlot deze week. Niet alleen de leerlingen werkten goed mee, maar na enkele weken lesgeven vond ook ik mijn draai heel goed om alles duidelijk en gestructureerd in het Engels uit te leggen. En dat is wel nodig, want in hun tekstboek zullen ze geen theorie terug vinden. De wiskundeboeken hier zijn zo opgesteld dat ze bijna enkel uit voorbeelden en oefeningen bestaan. Niet te verwonderen dus dat heel veel leerlingen de slaaggrens van 40% niet halen. Bijgevolg probeer ik bij de voorbeeldoefeningen zoveel mogelijk theorieregels te plaatsen, zodat de leerlingen goed weten welke stappen ze moeten nemen. Verder heb ik me al volledig aangepast aan de manier om het whiteboard uit te vegen. Wegens gebrek aan een bordenwisser (in het wiskundelokaal) neem je hier dus gewoonweg een wc-rol. Maar let op dat je niet dezelfde fout als mij maakt. De allereerste keer scheurde ik een blaadje af om het bord schoon te vegen. Volledig fout dus! Je moet de ganse rol nemen en zo het bord uitvegen.
Donderdag waren de leerlingen wat rumoeriger dan gewoonlijk. Na twee opmerkingen in het Engels was ik het echt beu. Dus heb ik me tot mijn eigen Vlaamse taal gewend. “If you don’t understand it in English, maybe you will I have to say it in Flemish: Willen jullie aub je mond houden!” Veel leerlingen keken plots op. Ze waren verbaasd dat ze mijn taal verstonden en hielden hun mond. Best leuk om te zien.
Deze week heb ik ook eindelijk kunnen helpen in de extra math (=bijlessen wiskunde na school). Het was een succes. Ik heb twee leerlingen goed kunnen helpen. De ene leerling kwam uit mijn Grade 8 – klas. Ze had problemen met veeltermen, zei ze. Toen ik bij haar ging zitten, merkte ik echter dat de veeltermen niet haar probleem waren maar wel het optellen en aftrekken van gehele getallen. Ik legde haar de regels uit (die ze blijkbaar nog nooit gehoord had – ik vond dat vreemd), maakte snel wat oefeningen en zette haar aan het werk. Ik merkte dat ze haar oefeningen steeds beter oploste. Ondertussen hielp ik het andere meisje met oefeningen over vergelijkingen. Na de bijles vertelde ze me dat ze blij was dat ze eindelijk wist hoe ze de oefening moest oplossen. Met een tevreden gevoel liep ik terug naar het hostel.”
Samen gaven we ondertussen nog enkele lessen ‘Life science’ in Grade 10. Door gestructureerde werkblaadjes en figuren leren we hen de geheimen van de menselijke weefsels. Vandaag gaven we een toets over wat we hen deze week geleerd hebben. We zijn positief verrast door hun resultaten! Een gemiddelde van 23/30! We zijn blij dat onze lessen, werkblaadjes, figuren, … hun doel niet gemist hebben.
Woensdagavond namen we een kijkje tijdens het oudercontact van de school. We waren benieuwd hoe dit er aan toe gaat in Zuid-Afrika. Alle leerkrachten zitten in de grote zaal aan een tafeltje, met aan de overkant ervan twee stoelen. Ouders en zoon of dochter (in schooluniform) komen tussen 18:30 uur en 21 uur de gewenste leerkracht opzoeken. Om de vijf minuten rinkelt de schoolbel: tijd om door te schuiven. (Hoewel we niemand echt meteen zagen rechtspringen.) Eigenlijk verloopt het dus ongeveer hetzelfde als in België. Toch merkten we enkele verschillen op: enkele leerlingen zijn verantwoordelijk om de leerkrachten van koffie te voorzien, de leerling in kwestie moet mee zijn met de ouders, … Wat ons meteen in het oog sprong: Stefan (aardrijkskunde leerkracht) ontving zijn leerlingen en ouders in sport outfit (!) Hij viel op tussen de andere leerkrachten, die hun bewust deftig hadden gekleed.
Donderdagnamiddag hadden we afgesproken met Pieter Levecque, een Belg die in de universiteit van Kaapstad (UCT) werkt/studeert. We brachten een bezoek aan de universiteit en hadden een interessant gesprek over het (studenten) leven in Zuid-Afrika. Enkele weetjes:
• De campus van UCT is schitterend gelegen: op de helling van de Tafelberg. Op verschillende plaatsen heb je dan ook een prachtig zicht op Kaapstad.
• Veel verschillende gebouwen met kleine straatjes en trapjes ertussen vormen een gezellig dorp op zich. Negen buslijnen verbinden de verschillende gebouwen voor studenten die de helling niet opgeraken.
• Er studeren ongeveer 22 000 studenten.
• Studenten moeten minimum 20.000 ZAR (2000€) inschrijvingsgeld betalen. Als je geneeskunde wilt studeren betaal je 30.000 ZAR (3000€)!
• Veel studenten nemen een lening om te kunnen studeren en studeren af met schulden.
• Elke studierichting heeft toelatingsvoorwaarden waaraan voldaan moet worden.
• Heel veel studenten verblijven in peda’s op de campus.
• Studenten moeten geen uniform dragen. Na 12 jaar uniformverplichting, voelen ze hun in de universiteit ‘bevrijd’ en dit zorgt bij sommige studenten voor heel speciale outfits…
• Alle gebouwen hebben een rood dak. De universiteit kun je van ver zien liggen tegen de Tafelberg en wordt ‘rooidak’ genoemd in de volksmond.
vrijdag 23 april 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Dag Kaat en Sofie!
BeantwoordenVerwijderenBlij te lezen dat alles daar inorde is en dat jullie je goed amuseren! Houden zo zou ik zeggen ;).
Tot snel in het Belgenland!
Groetjes, Nele