Deze week was een korte, maar drukke lesweek. De lessen wiskunde en aardrijkskunde liepen zoals gewoonlijk vrij vlot, terwijl we in de lessen life science alweer nieuwe ervaringen opdeden. We gaven de toets van de vorige week terug en wilden hem samen met de leerlingen overlopen. Op dat moment ontdekten we dat de leerlingen niet gewoon zijn om een toets te verbeteren. Ze wisten niet echt wat ze moesten doen. Niettegenstaande we enkele keren zeiden dat ze met een kleurtje het juiste antwoord moesten opschrijven, waren er velen die geen vin verroerden. “Het juiste antwoord schrijven, op een toets, kan dat?” Uiteindelijk waren er toch enkelen die met potlood (!) hun toets aanvulden.
Een tweede ervaring kwam er toen Sofie plots een onvoorbereide les moest geven. Ze was naar Alwyns klas gegaan om te zien of ze kon helpen. Twee minuten voor de les vroeg Alwyn haar of zij de leerlingen niet kon ‘aanspreken over de leerstof’ (letterlijke uitspraak). In een Belgische stage was dat nog nooit voorgekomen en nu moest het plotseling in het Engels gebeuren. De leerlingen kwamen binnen en dus startte Sofie de les. Ze vergeleek verschillende teksten (en afbeeldingen) over ‘tissues’, legde de leerlingen aan de hand van een tekening uit wat fagocytose is, en vertelde hoe de werking van neuronen in elkaar zit. Gelukkig dat de kennis van deze begrippen nog goed in haar hoofd zat, anders was dit nooit gelukt in een andere taal(!).
Vandaag hebben we geen les gegeven, want we zaten zelf op de schoolbanken. We zijn naar de UCT (University of Cape Town) gegaan om een les aardrijkskunde, wiskunde en biologie bij te wonen. We waren benieuwd om te zien hoe het ‘universtiteitsleven’ hier verloopt. Terwijl Sofie terugdacht aan haar jaar op de universiteit (en enkele verschillen ontdekte), begon Kaat al te dromen over haar verdere studies. De gezellige campus van Kaapstad doet je echt zin krijgen in een studentenleven.
Wat ons opviel, was het volgende:
• De lessen hier duren maar 45 minuten. Dat is heel wat korter dan bij ons, maar misschien nog niet zo slecht. De studenten zijn de volle 45 minuten aandachtig. Aangezien de lessen korter zijn, hebben ze ook meerdere lessen van één vak in de week. Het sluit dus iets dichter aan bij de middelbare school.
• De auditoria zijn heel goed uitgerust (soms zelfs beter dan bij ons): 6 grote krijtborden, computer en beamer, megagrote projectieschermen… Er wordt heel goed gebruik gemaakt van deze mogelijkheden.
• De studenten volgen de lessen op een Westerse manier: ze noteren bij de lestekst (PowerPoint)tijdens de monoloog van de docent, ze komen te laat in de lessen, ze zijn blij als de les eindigt… Alleen het laptopgebruik zie je hier niet vaak.
• Het tempo van de les ligt even hoog als bij ons.
• De studenten worden naast de examens ook permanent geëvalueerd door heel wat taken, ‘homework’ en testen.
Toen we tijdens een springuur naar het plein voor het hoofdgebouw gingen, kregen we plots een ‘festivalgevoel’. Overal stonden partytentjes waar ze verschillende snacks aanboden. Zelfs ‘Belgian chocolate pancakes’ waren te verkrijgen. Met een koffietje aan de lippen en een pannenkoek in de hand genoten we (in het zonnetje) heel even van het Zuid-Afrikaanse studentenleven!
vrijdag 30 april 2010
woensdag 28 april 2010
dinsdag 27 april 2010
Zat 24/04 tot din 27/04 – verlengd weekend
Wist je dat…
• Alwyn tijdens de lesuren plots belde op Sofie’s gsm.
• Hij zei dat ze dringend moest komen naar zijn klaslokaal.
• Sofie bezig was met lessen voor te bereiden en dus al haar werk liet vallen.
• Hij haar uiteindelijk vroeg om 20 kopietjes te nemen.
• Het hier vorige week zeer koud is geweest.
• Sofie bijgevolg een aantal keer een warm bad genomen heeft.
• We extra dekens hebben gevraagd tegen de koude nachten.
• We ook dikke sokken hebben gekocht.
• We ons al vaak hebben opgewarmd aan de kaarsjes van Kaat.
• We die kaarsjes eigenlijk meer branden voor de gezelligheid.
• Kaat graag speelt met kaarsvet.
• Ze dan een echt kunstwerkje maakt.
• We een weervrouw uit België hebben, die ons vertelt welk weer het de komende dagen zal worden.
• Die weervrouw ‘mama Schotte’ heet.
• Haar voorspellingen nog kloppen ook.
• We na het koude dipje van vorige week al vier dagen zon zonder wolken hebben.
• De treinen naar verbrand rubber ruiken als ze remmen.
• Wij dat toch verdacht vinden.
• Sofie dan denkt dat de trein elk moment in brand kan vliegen.
• De treinreizigers zich niets van die geur schijnen aan te trekken.
• Zij dat blijkbaar normaal vinden.
• Het nu tijd is voor een gewoon blogberichtje.
• Ik nu dus ga stoppen met ‘wist-je-datten’.
Verslag verlengd weekend
Na een drukke lesweek genoten we volop van het verlengd weekend.
Zaterdag gingen we een kijkje nemen in Kaapstad. We waren al enkele keren in ‘de grote stad’ geweest, maar tot een echt stadsbezoek was het nog niet gekomen. Met ‘De Trotter’ in de hand en het fototoestel in de aanslag vertrokken we als echte toeristen. Onze eerste stop was de ‘Greenmarket square’, een mooi pleintje omgeven door huizen in Artdecostijl. Heel gezellig. Onder tokkelmuziek van een live band schuimden we alle (!!) kraampjes af. Gelukkig dat er geen mannen mee waren, want ik denk niet dat ze de ‘twee uur lange koopjesjacht’ overleefd zouden hebben. Er waren souvenirs in overvloed. Gevolg: Kaat en Sofie hadden geen centjes meer. We waren tevreden met onze koopjes, maar hadden geen rekening gehouden met het volgende: de rest van de tocht door Kaapstad moesten we met handen vol zakken doorbrengen, oeps!! Zo liepen we verder naar ‘Longstreet’, de ‘Company Gardens’, (het enige plekje groen dat rust uitstraalt in het drukke stadsleven) en vele ander mooie bezienswaardigheden. Onze tocht eindigde op het ‘Grand Parade’ plein. De markt was net gedaan en dat kon je merken aan de marktrestjes op de grond.
Zondag was het alweer een mooie dag en dus besloten we om een wandeling langs de kust te maken. We liepen van Muizenberg naar Kalkbaai langs een aangelegd paadje (in het begin toch, op het einde was het klauteren over rotsblokken en wandelen langs de treinsporen).
Muizenberg is echt een surfparadijs. Toen we er aankwamen met de trein, konden we onze ogen niet geloven. In het zeewater (met een temperatuur van 14°, brrr) zaten zeker honderd surfers. Hoe ze niet tegen elkaar botsen, is ons nog steeds een raadsel. In Kalkbaai genoten we nogmaals van het pittoreske haventje met het levendig vismarktje en de talrijke vissers op de pier. Met een ijsje in de hand namen we afscheid van deze kustregio. Wellicht was dit ons laatste bezoekje.
Maandagmorgen stonden we iets vroeger op. We zouden naar Stellenbosch gaan. We moesten hiervoor eerst de trein naar Kaapstad nemen, en van daaruit de trein richting Stellenbosch (met een overstap in Eersterivier). We vertokken om 9 uur. Kaat dacht om rond 10 uur aan te komen, Sofie schatte rond 11 uur. Maar geen van beiden had gelijk. Dankzij een vertraging van de eerste trein en een slechte verbinding in Eersterivier (1,5 uur wachttijd), kwamen we om 13 uur aan!! Een vier uur durende treinreis, die we eigenlijk een beetje aan ons zelf te wijten hebben: we leven hier al volledig op de Afrikaanse manier. Bijgevolg gingen we gewoon naar het station met het idee van ‘we zien wel wanneer de trein komt’. Misschien toch niet zo verstandig . In het vervolg zullen we de dienstregeling dan toch eens op voorhand bekijken, denk ik.
Maar dat hield ons niet tegen om van Stellenbosch, een restaurantje en de universiteit te genieten. Wist je trouwens dat de universiteit van Stellenbosch een heel winkelcentrum bezit? We waren verbaasd toen we ontdekten dat er in één van de gebouwen drie verdiepingen vol winkels en eetgelegenheden waren. Amai!!
De treinrit terug liep ‘iets’ vlotter (bijna twee uur) via een rechtstreekse trein.
Vandaag hebben we een werkdag ingelast. We zijn heel goed opgeschoten met het stageportfolio. De lesvoorbereidingen daarentegen ondervinden hinder door het zeeeeeeer traag werkend internet. Op zijn Afrikaans zal Kaat morgen het uur voor haar les nog een PowerPointpresentatie moeten afwerken. Maar ach ja: ‘we zien wel!’
• Alwyn tijdens de lesuren plots belde op Sofie’s gsm.
• Hij zei dat ze dringend moest komen naar zijn klaslokaal.
• Sofie bezig was met lessen voor te bereiden en dus al haar werk liet vallen.
• Hij haar uiteindelijk vroeg om 20 kopietjes te nemen.
• Het hier vorige week zeer koud is geweest.
• Sofie bijgevolg een aantal keer een warm bad genomen heeft.
• We extra dekens hebben gevraagd tegen de koude nachten.
• We ook dikke sokken hebben gekocht.
• We ons al vaak hebben opgewarmd aan de kaarsjes van Kaat.
• We die kaarsjes eigenlijk meer branden voor de gezelligheid.
• Kaat graag speelt met kaarsvet.
• Ze dan een echt kunstwerkje maakt.
• We een weervrouw uit België hebben, die ons vertelt welk weer het de komende dagen zal worden.
• Die weervrouw ‘mama Schotte’ heet.
• Haar voorspellingen nog kloppen ook.
• We na het koude dipje van vorige week al vier dagen zon zonder wolken hebben.
• De treinen naar verbrand rubber ruiken als ze remmen.
• Wij dat toch verdacht vinden.
• Sofie dan denkt dat de trein elk moment in brand kan vliegen.
• De treinreizigers zich niets van die geur schijnen aan te trekken.
• Zij dat blijkbaar normaal vinden.
• Het nu tijd is voor een gewoon blogberichtje.
• Ik nu dus ga stoppen met ‘wist-je-datten’.
Verslag verlengd weekend
Na een drukke lesweek genoten we volop van het verlengd weekend.
Zaterdag gingen we een kijkje nemen in Kaapstad. We waren al enkele keren in ‘de grote stad’ geweest, maar tot een echt stadsbezoek was het nog niet gekomen. Met ‘De Trotter’ in de hand en het fototoestel in de aanslag vertrokken we als echte toeristen. Onze eerste stop was de ‘Greenmarket square’, een mooi pleintje omgeven door huizen in Artdecostijl. Heel gezellig. Onder tokkelmuziek van een live band schuimden we alle (!!) kraampjes af. Gelukkig dat er geen mannen mee waren, want ik denk niet dat ze de ‘twee uur lange koopjesjacht’ overleefd zouden hebben. Er waren souvenirs in overvloed. Gevolg: Kaat en Sofie hadden geen centjes meer. We waren tevreden met onze koopjes, maar hadden geen rekening gehouden met het volgende: de rest van de tocht door Kaapstad moesten we met handen vol zakken doorbrengen, oeps!! Zo liepen we verder naar ‘Longstreet’, de ‘Company Gardens’, (het enige plekje groen dat rust uitstraalt in het drukke stadsleven) en vele ander mooie bezienswaardigheden. Onze tocht eindigde op het ‘Grand Parade’ plein. De markt was net gedaan en dat kon je merken aan de marktrestjes op de grond.
Zondag was het alweer een mooie dag en dus besloten we om een wandeling langs de kust te maken. We liepen van Muizenberg naar Kalkbaai langs een aangelegd paadje (in het begin toch, op het einde was het klauteren over rotsblokken en wandelen langs de treinsporen).
Muizenberg is echt een surfparadijs. Toen we er aankwamen met de trein, konden we onze ogen niet geloven. In het zeewater (met een temperatuur van 14°, brrr) zaten zeker honderd surfers. Hoe ze niet tegen elkaar botsen, is ons nog steeds een raadsel. In Kalkbaai genoten we nogmaals van het pittoreske haventje met het levendig vismarktje en de talrijke vissers op de pier. Met een ijsje in de hand namen we afscheid van deze kustregio. Wellicht was dit ons laatste bezoekje.
Maandagmorgen stonden we iets vroeger op. We zouden naar Stellenbosch gaan. We moesten hiervoor eerst de trein naar Kaapstad nemen, en van daaruit de trein richting Stellenbosch (met een overstap in Eersterivier). We vertokken om 9 uur. Kaat dacht om rond 10 uur aan te komen, Sofie schatte rond 11 uur. Maar geen van beiden had gelijk. Dankzij een vertraging van de eerste trein en een slechte verbinding in Eersterivier (1,5 uur wachttijd), kwamen we om 13 uur aan!! Een vier uur durende treinreis, die we eigenlijk een beetje aan ons zelf te wijten hebben: we leven hier al volledig op de Afrikaanse manier. Bijgevolg gingen we gewoon naar het station met het idee van ‘we zien wel wanneer de trein komt’. Misschien toch niet zo verstandig . In het vervolg zullen we de dienstregeling dan toch eens op voorhand bekijken, denk ik.
Maar dat hield ons niet tegen om van Stellenbosch, een restaurantje en de universiteit te genieten. Wist je trouwens dat de universiteit van Stellenbosch een heel winkelcentrum bezit? We waren verbaasd toen we ontdekten dat er in één van de gebouwen drie verdiepingen vol winkels en eetgelegenheden waren. Amai!!
De treinrit terug liep ‘iets’ vlotter (bijna twee uur) via een rechtstreekse trein.
Vandaag hebben we een werkdag ingelast. We zijn heel goed opgeschoten met het stageportfolio. De lesvoorbereidingen daarentegen ondervinden hinder door het zeeeeeeer traag werkend internet. Op zijn Afrikaans zal Kaat morgen het uur voor haar les nog een PowerPointpresentatie moeten afwerken. Maar ach ja: ‘we zien wel!’
vrijdag 23 april 2010
vrijdag 23 april - weekverloop
We zijn volop bezig met lessen geven.
Kaat: “Ik geef nog steeds aardrijkskunde aan Grade 10 (Sinds kort is er een nieuwe leerling bijgekomen, toen waren ze met vijf ). Onlangs had ik een goed gesprek met Stefan (mentor aardrijkskunde) over de verschillen tussen zijn manier van les geven en de Belgische manier van les geven. Hij stond open voor mijn suggesties, zoals zelf minder praten en de leerlingen meer laten denken en uitleggen. Niet zelf antwoorden op z’n eigen vragen. Na een van zijn volgende lessen zei hij: ‘I tried already to talk less’. Tof! Hij was ook heel enthousiast over de – ‘Geografie doet denken’ (voor de kenners ) - oefeningen die ik maakte over de drie soorten gesteenten: ‘igneous rocks’, ‘sedimentary rocks’ en ‘metamorphic rocks’. Het deed me plezier dat ook de leerlingen er heel positief over waren! “ It makes you thinking already.” Dat is net wat ik wilde bereiken. Voor de leerlingen moet het wel plots een verandering zijn: werkblaadjes invullen, vragen beantwoorden, oefeningen maken, zelf zaken verklaren en uitleggen, figuren in de juiste volgorde leggen, … Maar ik zie dat ze geboeid zijn en dat geeft je positieve moed om verder leuke lessen voor te bereiden. Ik geef nu al enkele weken les in die klas (Grade 10 heeft elke dag een uur aardrijkskunde) en ik ervaar dat we een aangename band hebben opgebouwd. Ik sta ‘op het gemak’ voor de klas, begin de leerlingen goed te kennen, een Engels mopje lukt zelfs af en toe, leerlingen verbeteren mijn uitspraak soms en we lachen er eens samen om. Zo leren we allemaal bij!
Sofie: “De wiskundelessen verliepen heel vlot deze week. Niet alleen de leerlingen werkten goed mee, maar na enkele weken lesgeven vond ook ik mijn draai heel goed om alles duidelijk en gestructureerd in het Engels uit te leggen. En dat is wel nodig, want in hun tekstboek zullen ze geen theorie terug vinden. De wiskundeboeken hier zijn zo opgesteld dat ze bijna enkel uit voorbeelden en oefeningen bestaan. Niet te verwonderen dus dat heel veel leerlingen de slaaggrens van 40% niet halen. Bijgevolg probeer ik bij de voorbeeldoefeningen zoveel mogelijk theorieregels te plaatsen, zodat de leerlingen goed weten welke stappen ze moeten nemen. Verder heb ik me al volledig aangepast aan de manier om het whiteboard uit te vegen. Wegens gebrek aan een bordenwisser (in het wiskundelokaal) neem je hier dus gewoonweg een wc-rol. Maar let op dat je niet dezelfde fout als mij maakt. De allereerste keer scheurde ik een blaadje af om het bord schoon te vegen. Volledig fout dus! Je moet de ganse rol nemen en zo het bord uitvegen.
Donderdag waren de leerlingen wat rumoeriger dan gewoonlijk. Na twee opmerkingen in het Engels was ik het echt beu. Dus heb ik me tot mijn eigen Vlaamse taal gewend. “If you don’t understand it in English, maybe you will I have to say it in Flemish: Willen jullie aub je mond houden!” Veel leerlingen keken plots op. Ze waren verbaasd dat ze mijn taal verstonden en hielden hun mond. Best leuk om te zien.
Deze week heb ik ook eindelijk kunnen helpen in de extra math (=bijlessen wiskunde na school). Het was een succes. Ik heb twee leerlingen goed kunnen helpen. De ene leerling kwam uit mijn Grade 8 – klas. Ze had problemen met veeltermen, zei ze. Toen ik bij haar ging zitten, merkte ik echter dat de veeltermen niet haar probleem waren maar wel het optellen en aftrekken van gehele getallen. Ik legde haar de regels uit (die ze blijkbaar nog nooit gehoord had – ik vond dat vreemd), maakte snel wat oefeningen en zette haar aan het werk. Ik merkte dat ze haar oefeningen steeds beter oploste. Ondertussen hielp ik het andere meisje met oefeningen over vergelijkingen. Na de bijles vertelde ze me dat ze blij was dat ze eindelijk wist hoe ze de oefening moest oplossen. Met een tevreden gevoel liep ik terug naar het hostel.”
Samen gaven we ondertussen nog enkele lessen ‘Life science’ in Grade 10. Door gestructureerde werkblaadjes en figuren leren we hen de geheimen van de menselijke weefsels. Vandaag gaven we een toets over wat we hen deze week geleerd hebben. We zijn positief verrast door hun resultaten! Een gemiddelde van 23/30! We zijn blij dat onze lessen, werkblaadjes, figuren, … hun doel niet gemist hebben.
Woensdagavond namen we een kijkje tijdens het oudercontact van de school. We waren benieuwd hoe dit er aan toe gaat in Zuid-Afrika. Alle leerkrachten zitten in de grote zaal aan een tafeltje, met aan de overkant ervan twee stoelen. Ouders en zoon of dochter (in schooluniform) komen tussen 18:30 uur en 21 uur de gewenste leerkracht opzoeken. Om de vijf minuten rinkelt de schoolbel: tijd om door te schuiven. (Hoewel we niemand echt meteen zagen rechtspringen.) Eigenlijk verloopt het dus ongeveer hetzelfde als in België. Toch merkten we enkele verschillen op: enkele leerlingen zijn verantwoordelijk om de leerkrachten van koffie te voorzien, de leerling in kwestie moet mee zijn met de ouders, … Wat ons meteen in het oog sprong: Stefan (aardrijkskunde leerkracht) ontving zijn leerlingen en ouders in sport outfit (!) Hij viel op tussen de andere leerkrachten, die hun bewust deftig hadden gekleed.
Donderdagnamiddag hadden we afgesproken met Pieter Levecque, een Belg die in de universiteit van Kaapstad (UCT) werkt/studeert. We brachten een bezoek aan de universiteit en hadden een interessant gesprek over het (studenten) leven in Zuid-Afrika. Enkele weetjes:
• De campus van UCT is schitterend gelegen: op de helling van de Tafelberg. Op verschillende plaatsen heb je dan ook een prachtig zicht op Kaapstad.
• Veel verschillende gebouwen met kleine straatjes en trapjes ertussen vormen een gezellig dorp op zich. Negen buslijnen verbinden de verschillende gebouwen voor studenten die de helling niet opgeraken.
• Er studeren ongeveer 22 000 studenten.
• Studenten moeten minimum 20.000 ZAR (2000€) inschrijvingsgeld betalen. Als je geneeskunde wilt studeren betaal je 30.000 ZAR (3000€)!
• Veel studenten nemen een lening om te kunnen studeren en studeren af met schulden.
• Elke studierichting heeft toelatingsvoorwaarden waaraan voldaan moet worden.
• Heel veel studenten verblijven in peda’s op de campus.
• Studenten moeten geen uniform dragen. Na 12 jaar uniformverplichting, voelen ze hun in de universiteit ‘bevrijd’ en dit zorgt bij sommige studenten voor heel speciale outfits…
• Alle gebouwen hebben een rood dak. De universiteit kun je van ver zien liggen tegen de Tafelberg en wordt ‘rooidak’ genoemd in de volksmond.
Kaat: “Ik geef nog steeds aardrijkskunde aan Grade 10 (Sinds kort is er een nieuwe leerling bijgekomen, toen waren ze met vijf ). Onlangs had ik een goed gesprek met Stefan (mentor aardrijkskunde) over de verschillen tussen zijn manier van les geven en de Belgische manier van les geven. Hij stond open voor mijn suggesties, zoals zelf minder praten en de leerlingen meer laten denken en uitleggen. Niet zelf antwoorden op z’n eigen vragen. Na een van zijn volgende lessen zei hij: ‘I tried already to talk less’. Tof! Hij was ook heel enthousiast over de – ‘Geografie doet denken’ (voor de kenners ) - oefeningen die ik maakte over de drie soorten gesteenten: ‘igneous rocks’, ‘sedimentary rocks’ en ‘metamorphic rocks’. Het deed me plezier dat ook de leerlingen er heel positief over waren! “ It makes you thinking already.” Dat is net wat ik wilde bereiken. Voor de leerlingen moet het wel plots een verandering zijn: werkblaadjes invullen, vragen beantwoorden, oefeningen maken, zelf zaken verklaren en uitleggen, figuren in de juiste volgorde leggen, … Maar ik zie dat ze geboeid zijn en dat geeft je positieve moed om verder leuke lessen voor te bereiden. Ik geef nu al enkele weken les in die klas (Grade 10 heeft elke dag een uur aardrijkskunde) en ik ervaar dat we een aangename band hebben opgebouwd. Ik sta ‘op het gemak’ voor de klas, begin de leerlingen goed te kennen, een Engels mopje lukt zelfs af en toe, leerlingen verbeteren mijn uitspraak soms en we lachen er eens samen om. Zo leren we allemaal bij!
Sofie: “De wiskundelessen verliepen heel vlot deze week. Niet alleen de leerlingen werkten goed mee, maar na enkele weken lesgeven vond ook ik mijn draai heel goed om alles duidelijk en gestructureerd in het Engels uit te leggen. En dat is wel nodig, want in hun tekstboek zullen ze geen theorie terug vinden. De wiskundeboeken hier zijn zo opgesteld dat ze bijna enkel uit voorbeelden en oefeningen bestaan. Niet te verwonderen dus dat heel veel leerlingen de slaaggrens van 40% niet halen. Bijgevolg probeer ik bij de voorbeeldoefeningen zoveel mogelijk theorieregels te plaatsen, zodat de leerlingen goed weten welke stappen ze moeten nemen. Verder heb ik me al volledig aangepast aan de manier om het whiteboard uit te vegen. Wegens gebrek aan een bordenwisser (in het wiskundelokaal) neem je hier dus gewoonweg een wc-rol. Maar let op dat je niet dezelfde fout als mij maakt. De allereerste keer scheurde ik een blaadje af om het bord schoon te vegen. Volledig fout dus! Je moet de ganse rol nemen en zo het bord uitvegen.
Donderdag waren de leerlingen wat rumoeriger dan gewoonlijk. Na twee opmerkingen in het Engels was ik het echt beu. Dus heb ik me tot mijn eigen Vlaamse taal gewend. “If you don’t understand it in English, maybe you will I have to say it in Flemish: Willen jullie aub je mond houden!” Veel leerlingen keken plots op. Ze waren verbaasd dat ze mijn taal verstonden en hielden hun mond. Best leuk om te zien.
Deze week heb ik ook eindelijk kunnen helpen in de extra math (=bijlessen wiskunde na school). Het was een succes. Ik heb twee leerlingen goed kunnen helpen. De ene leerling kwam uit mijn Grade 8 – klas. Ze had problemen met veeltermen, zei ze. Toen ik bij haar ging zitten, merkte ik echter dat de veeltermen niet haar probleem waren maar wel het optellen en aftrekken van gehele getallen. Ik legde haar de regels uit (die ze blijkbaar nog nooit gehoord had – ik vond dat vreemd), maakte snel wat oefeningen en zette haar aan het werk. Ik merkte dat ze haar oefeningen steeds beter oploste. Ondertussen hielp ik het andere meisje met oefeningen over vergelijkingen. Na de bijles vertelde ze me dat ze blij was dat ze eindelijk wist hoe ze de oefening moest oplossen. Met een tevreden gevoel liep ik terug naar het hostel.”
Samen gaven we ondertussen nog enkele lessen ‘Life science’ in Grade 10. Door gestructureerde werkblaadjes en figuren leren we hen de geheimen van de menselijke weefsels. Vandaag gaven we een toets over wat we hen deze week geleerd hebben. We zijn positief verrast door hun resultaten! Een gemiddelde van 23/30! We zijn blij dat onze lessen, werkblaadjes, figuren, … hun doel niet gemist hebben.
Woensdagavond namen we een kijkje tijdens het oudercontact van de school. We waren benieuwd hoe dit er aan toe gaat in Zuid-Afrika. Alle leerkrachten zitten in de grote zaal aan een tafeltje, met aan de overkant ervan twee stoelen. Ouders en zoon of dochter (in schooluniform) komen tussen 18:30 uur en 21 uur de gewenste leerkracht opzoeken. Om de vijf minuten rinkelt de schoolbel: tijd om door te schuiven. (Hoewel we niemand echt meteen zagen rechtspringen.) Eigenlijk verloopt het dus ongeveer hetzelfde als in België. Toch merkten we enkele verschillen op: enkele leerlingen zijn verantwoordelijk om de leerkrachten van koffie te voorzien, de leerling in kwestie moet mee zijn met de ouders, … Wat ons meteen in het oog sprong: Stefan (aardrijkskunde leerkracht) ontving zijn leerlingen en ouders in sport outfit (!) Hij viel op tussen de andere leerkrachten, die hun bewust deftig hadden gekleed.
Donderdagnamiddag hadden we afgesproken met Pieter Levecque, een Belg die in de universiteit van Kaapstad (UCT) werkt/studeert. We brachten een bezoek aan de universiteit en hadden een interessant gesprek over het (studenten) leven in Zuid-Afrika. Enkele weetjes:
• De campus van UCT is schitterend gelegen: op de helling van de Tafelberg. Op verschillende plaatsen heb je dan ook een prachtig zicht op Kaapstad.
• Veel verschillende gebouwen met kleine straatjes en trapjes ertussen vormen een gezellig dorp op zich. Negen buslijnen verbinden de verschillende gebouwen voor studenten die de helling niet opgeraken.
• Er studeren ongeveer 22 000 studenten.
• Studenten moeten minimum 20.000 ZAR (2000€) inschrijvingsgeld betalen. Als je geneeskunde wilt studeren betaal je 30.000 ZAR (3000€)!
• Veel studenten nemen een lening om te kunnen studeren en studeren af met schulden.
• Elke studierichting heeft toelatingsvoorwaarden waaraan voldaan moet worden.
• Heel veel studenten verblijven in peda’s op de campus.
• Studenten moeten geen uniform dragen. Na 12 jaar uniformverplichting, voelen ze hun in de universiteit ‘bevrijd’ en dit zorgt bij sommige studenten voor heel speciale outfits…
• Alle gebouwen hebben een rood dak. De universiteit kun je van ver zien liggen tegen de Tafelberg en wordt ‘rooidak’ genoemd in de volksmond.
woensdag 21 april 2010
Dinsdag 20 april – Wiskunde Olympiade
Deze week zijn we weer in het gewone drukke schoolleven gevlogen. Gevlogen, dat kan je wel zeggen!
Maandag hielpen we met het maken van de PowerPointpresentatie voor de assembly (=bijeenkomst van alle leerlingen in de grote zaal). We deden er ongeveer een uur over om 12 foto’s in de PowerPoint te plaatsen. Je kan je wel voorstellen hoe ‘snel’ de computers hier dus werken. Na de ‘assembly’ maakten we kennis met enkele studenten van het Afrikaanse land Gabon. Hun moedertaal is Frans, dus werd er van ons (als Vlaamse Belgen met Frans als tweede taal) min of meer verwacht dat we met hen in het Frans zouden spreken. Wij dachten dat het wel zou lukken, maar niets was minder waar. Denkend in het Vlaams én ook in het Engels brabbelden we enkele Franse woorden. Het lukte echt niet goed meer. Doordat we constant Engels en Afrikaans horen, hebben deze talen onze denk- en spreekwereld veroverd. Het was wel een beetje een afgang. Maar we trokken ons er niet zo veel van aan en hielden ons de rest van de ochtend bezig met het helpen van leerkrachten en het maken van afspraken voor de komende weken. ‘s Middags was het tijd om heel wat lessen voor te bereiden en om te … knutselen! Jawel, voor de les ‘Life Science’ was het echt knip- en plakwerk. Om van een overvolle afbeelding een werkblaadje te maken, heb je heel wat creativiteit nodig. Verschillende woorden en figuren (die de leerlingen dan zelf moeten aanvullen) moeten namelijk verdwijnen. Worstelend met papier en schaar hield ik me dus bezig om cirkeltjes uit te knippen en op het blad te plakken. Het was hopen dat de kopieermachine een mooi resultaat zou leveren. :)
Dinsdag werd al ons werk in praktijk omgezet. Een les wiskunde met superenthousiaste leerlingen, een les aardrijkskunde met opnieuw een mooie PowerPoint en een les biologie die we zeker een succes kunnen noemen. De klas met 30 leerlingen hield zich rustig bezig met de opdrachten die we hen gaven. Alwyn had er vertrouwen in, want hij liet ons begaan en was niet te zien voor de rest van de les. Verder werden we ook gevraagd twee leerkrachten te vervangen die tijdens de les een vergadering hadden. Zo was de schooldag goed gevuld en ook snel gepasseerd!
Na een werknamiddag ging ik (Sofie) ’s avonds mee naar de Wiskunde Olympiade, die plaatsvond in het UCT (University of Cape Town, ook wel Rooidak genaamd vanwege de rode daken). Kaat bleef in het hostel om nog wat lessen aardrijkskunde voor te bereiden. Om 18u zouden we aan de school vertrekken. Op zijn Afrikaans werd dat dus 18u30. Toen alle leerlingen eindelijk op de bus zaten begon een plezante rit. De bus was heel oud en trilde als een drilboor. Ik kan het niet beter beschrijven alsof je op een trilplaat zou staan, of liever zitten. Helemaal door elkaar geschud kwamen we om 18u45 aan. De leerlingen moesten zich vlug naar het juiste gebouw begeven (elke graad werd verdeeld over verschillende campusgebouwen), want ze moesten zich voor 19u15 aanmelden. Wij, mijn wiskundementor Charlotte en ik, gingen ondertussen naar het centraal aanmeldpunt voor de docenten. We werden bijna omvergelopen door een massa leerlingen van allerlei scholen. Knalrode overjassen, geruite rokjes, felblauwe kleedjes, gestreepte broeken… Ik heb nog nooit zoveel verschillende schooluniformen samen gezien. Elke school uit Zuid-Afrika kon deelnemen. (Ik heb gehoord dat er een school was die 5 uur moest rijden om hier te geraken, en dan natuurlijk ook 5 uur terug.) Ook de leerlingen van Groote Schuur waren opgetogen om andere leerlingen te ontmoeten.
Toen we aankwamen in het juiste gebouw, zagen we Norval. Ik kreeg, net zoals alle andere docenten, een knalgeel t-shirt van de Wiskunde Olympiade. Een leuk aandenken! Daarna gingen we op stap. Norval en Charlotte waren verantwoordelijk voor grade 12. Ik zou hen daarbij helpen. We moesten controleren af alle leerlingen goed gestart waren en moesten daarvoor vier verschillende gebouwen bezoeken. In elke gebouw waren er dan nog eens heel wat zalen en klassen waarin de leerlingen druk bezig waren. Sommigen individueel, anderen per twee. De Afrikaanse Wiskunde Olympiade verschilt daarin met de Vlaamse Wiskunde Olympiade. Ze bestaat maar uit 1 ronde, en de leerlingen kunnen kiezen of ze alleen of in duo deelnemen.
Om 21u moesten de leerlingen de antwoordbladen inleveren. Wij waren verantwoordelijk voor het ordenen van de papieren van Grade 12 (in alfabetische volgorde!). Na een halfuurtje was het tijd om de bus terug te vinden. Wonder boven wonder waren alle leerlingen meteen aanwezig in de bus. Geen vertraging dus!! Moe van de drukte en nazinderend van de busrit, kroop ik uiteindelijk om 22u30 in bed. Het was een interessante avond geweest.
Maandag hielpen we met het maken van de PowerPointpresentatie voor de assembly (=bijeenkomst van alle leerlingen in de grote zaal). We deden er ongeveer een uur over om 12 foto’s in de PowerPoint te plaatsen. Je kan je wel voorstellen hoe ‘snel’ de computers hier dus werken. Na de ‘assembly’ maakten we kennis met enkele studenten van het Afrikaanse land Gabon. Hun moedertaal is Frans, dus werd er van ons (als Vlaamse Belgen met Frans als tweede taal) min of meer verwacht dat we met hen in het Frans zouden spreken. Wij dachten dat het wel zou lukken, maar niets was minder waar. Denkend in het Vlaams én ook in het Engels brabbelden we enkele Franse woorden. Het lukte echt niet goed meer. Doordat we constant Engels en Afrikaans horen, hebben deze talen onze denk- en spreekwereld veroverd. Het was wel een beetje een afgang. Maar we trokken ons er niet zo veel van aan en hielden ons de rest van de ochtend bezig met het helpen van leerkrachten en het maken van afspraken voor de komende weken. ‘s Middags was het tijd om heel wat lessen voor te bereiden en om te … knutselen! Jawel, voor de les ‘Life Science’ was het echt knip- en plakwerk. Om van een overvolle afbeelding een werkblaadje te maken, heb je heel wat creativiteit nodig. Verschillende woorden en figuren (die de leerlingen dan zelf moeten aanvullen) moeten namelijk verdwijnen. Worstelend met papier en schaar hield ik me dus bezig om cirkeltjes uit te knippen en op het blad te plakken. Het was hopen dat de kopieermachine een mooi resultaat zou leveren. :)
Dinsdag werd al ons werk in praktijk omgezet. Een les wiskunde met superenthousiaste leerlingen, een les aardrijkskunde met opnieuw een mooie PowerPoint en een les biologie die we zeker een succes kunnen noemen. De klas met 30 leerlingen hield zich rustig bezig met de opdrachten die we hen gaven. Alwyn had er vertrouwen in, want hij liet ons begaan en was niet te zien voor de rest van de les. Verder werden we ook gevraagd twee leerkrachten te vervangen die tijdens de les een vergadering hadden. Zo was de schooldag goed gevuld en ook snel gepasseerd!
Na een werknamiddag ging ik (Sofie) ’s avonds mee naar de Wiskunde Olympiade, die plaatsvond in het UCT (University of Cape Town, ook wel Rooidak genaamd vanwege de rode daken). Kaat bleef in het hostel om nog wat lessen aardrijkskunde voor te bereiden. Om 18u zouden we aan de school vertrekken. Op zijn Afrikaans werd dat dus 18u30. Toen alle leerlingen eindelijk op de bus zaten begon een plezante rit. De bus was heel oud en trilde als een drilboor. Ik kan het niet beter beschrijven alsof je op een trilplaat zou staan, of liever zitten. Helemaal door elkaar geschud kwamen we om 18u45 aan. De leerlingen moesten zich vlug naar het juiste gebouw begeven (elke graad werd verdeeld over verschillende campusgebouwen), want ze moesten zich voor 19u15 aanmelden. Wij, mijn wiskundementor Charlotte en ik, gingen ondertussen naar het centraal aanmeldpunt voor de docenten. We werden bijna omvergelopen door een massa leerlingen van allerlei scholen. Knalrode overjassen, geruite rokjes, felblauwe kleedjes, gestreepte broeken… Ik heb nog nooit zoveel verschillende schooluniformen samen gezien. Elke school uit Zuid-Afrika kon deelnemen. (Ik heb gehoord dat er een school was die 5 uur moest rijden om hier te geraken, en dan natuurlijk ook 5 uur terug.) Ook de leerlingen van Groote Schuur waren opgetogen om andere leerlingen te ontmoeten.
Toen we aankwamen in het juiste gebouw, zagen we Norval. Ik kreeg, net zoals alle andere docenten, een knalgeel t-shirt van de Wiskunde Olympiade. Een leuk aandenken! Daarna gingen we op stap. Norval en Charlotte waren verantwoordelijk voor grade 12. Ik zou hen daarbij helpen. We moesten controleren af alle leerlingen goed gestart waren en moesten daarvoor vier verschillende gebouwen bezoeken. In elke gebouw waren er dan nog eens heel wat zalen en klassen waarin de leerlingen druk bezig waren. Sommigen individueel, anderen per twee. De Afrikaanse Wiskunde Olympiade verschilt daarin met de Vlaamse Wiskunde Olympiade. Ze bestaat maar uit 1 ronde, en de leerlingen kunnen kiezen of ze alleen of in duo deelnemen.
Om 21u moesten de leerlingen de antwoordbladen inleveren. Wij waren verantwoordelijk voor het ordenen van de papieren van Grade 12 (in alfabetische volgorde!). Na een halfuurtje was het tijd om de bus terug te vinden. Wonder boven wonder waren alle leerlingen meteen aanwezig in de bus. Geen vertraging dus!! Moe van de drukte en nazinderend van de busrit, kroop ik uiteindelijk om 22u30 in bed. Het was een interessante avond geweest.
zondag 18 april 2010
Wist je dat...
• We dit weekend supermoe waren.
• We ondanks de vermoeidheid heel het weekend voor school hebben gewerkt.
• We wel nood hadden aan een middagdutje na het eten.
• Ik even de tijd vond om enkele wist-je-datjes neer te schrijven.
Reis-wist-je-datjes
• De pechstrook hier gebruikt wordt als gewone rijstrook wanneer een auto wil voorbijsteken.
• Wij dat in het begin nogal raar vonden.
• Struisvogels agressief kunnen zijn.
• We er toch op gereden hebben.
• Kaat er helaas een blauwe hiel aan overhield.
• De bazbus soms vertraging had.
• Dit een keer de schuld was van een dwaze man.
• Hij zijn backpacker niet goed vond en eiste dat de bazbus hem terug kwam oppikken.
• Hij toen doodleuk te bazbus binnenstapte en zei: ‘I’m back’.
• Niemand op de bus toen lachte met zijn ‘droge’ mop.
• We 6,5 uur in Tsitsikamma National Park hebben gewandeld.
• We achteraf uitgebreid gestretcht hebben.
• We helaas toch stijf werden.
• De herders in Lesotho in zelfgemaakte hutten wonen op 3200m.
• De bewoners vlaggen buiten hangen.
• Een rode vlag betekent dat er vlees in huis is.
• Een witte/gele vlag betekent dat er bier in huis is.
• Een groene vlag betekent dat er groenten in huis zijn.
• De mensen op die manier weten wat ze in welk huis kunnen kopen.
• We tijdens de Sani Pass op een heel erg hobbelig weggetje hebben gereden.
• Al onze organen door elkaar waren geschud.
• We in St-Lucia ’s nachts een hevig onweer hebben gehad.
• Het toen binnen regende in onze kamer.
• We toen het mini-vuilnisbakje van de badkamer als opvangemmer hebben gebruikt.
• Dat niet echt effect had.
• We toen niet veel geslapen hebben omdat we om 4u30 moesten opstaan om naar Hluhluwe National Park te gaan.
• Je ‘hluhluwe’ uitspreekt als ‘sjoesjloewé’.
• We in het totaal 1200 reisfoto’s hebben gemaakt.
Andere wist-je-datjes
• We schoolfotografen zijn geworden.
• We tijdens het schoolkamp bijgevolg heel wat foto’s hebben gemaakt.
• We er een PowerPointpresentatie van moeten maken voor de grote bijeenkomst (in de grote zaal) op maandag.
• We zelf de foto’s mogen kiezen.
• We nog wat Zuid-Afrikaanse woordjes rijker zijn:
Springmellies = maïs
Bakkie = auto met laadbak
Vinnig = snel
Stadig = traag
Troeteldier = huisdier
Blote voeten = kaalvoeten
• We ondanks de vermoeidheid heel het weekend voor school hebben gewerkt.
• We wel nood hadden aan een middagdutje na het eten.
• Ik even de tijd vond om enkele wist-je-datjes neer te schrijven.
Reis-wist-je-datjes
• De pechstrook hier gebruikt wordt als gewone rijstrook wanneer een auto wil voorbijsteken.
• Wij dat in het begin nogal raar vonden.
• Struisvogels agressief kunnen zijn.
• We er toch op gereden hebben.
• Kaat er helaas een blauwe hiel aan overhield.
• De bazbus soms vertraging had.
• Dit een keer de schuld was van een dwaze man.
• Hij zijn backpacker niet goed vond en eiste dat de bazbus hem terug kwam oppikken.
• Hij toen doodleuk te bazbus binnenstapte en zei: ‘I’m back’.
• Niemand op de bus toen lachte met zijn ‘droge’ mop.
• We 6,5 uur in Tsitsikamma National Park hebben gewandeld.
• We achteraf uitgebreid gestretcht hebben.
• We helaas toch stijf werden.
• De herders in Lesotho in zelfgemaakte hutten wonen op 3200m.
• De bewoners vlaggen buiten hangen.
• Een rode vlag betekent dat er vlees in huis is.
• Een witte/gele vlag betekent dat er bier in huis is.
• Een groene vlag betekent dat er groenten in huis zijn.
• De mensen op die manier weten wat ze in welk huis kunnen kopen.
• We tijdens de Sani Pass op een heel erg hobbelig weggetje hebben gereden.
• Al onze organen door elkaar waren geschud.
• We in St-Lucia ’s nachts een hevig onweer hebben gehad.
• Het toen binnen regende in onze kamer.
• We toen het mini-vuilnisbakje van de badkamer als opvangemmer hebben gebruikt.
• Dat niet echt effect had.
• We toen niet veel geslapen hebben omdat we om 4u30 moesten opstaan om naar Hluhluwe National Park te gaan.
• Je ‘hluhluwe’ uitspreekt als ‘sjoesjloewé’.
• We in het totaal 1200 reisfoto’s hebben gemaakt.
Andere wist-je-datjes
• We schoolfotografen zijn geworden.
• We tijdens het schoolkamp bijgevolg heel wat foto’s hebben gemaakt.
• We er een PowerPointpresentatie van moeten maken voor de grote bijeenkomst (in de grote zaal) op maandag.
• We zelf de foto’s mogen kiezen.
• We nog wat Zuid-Afrikaanse woordjes rijker zijn:
Springmellies = maïs
Bakkie = auto met laadbak
Vinnig = snel
Stadig = traag
Troeteldier = huisdier
Blote voeten = kaalvoeten
zaterdag 17 april 2010
Foto's schoolkamp Grabouw
De kampbegeleiders.
Tijdens de activiteit 'amazing race' waren wij verantwoordelijk voor het 'spiderweb'. De leerlingen moesten met de hele groep zo snel mogelijk door het spinnenweb kruipen zonder de touwen aan te raken. Wij namen de tijd op en moedigden hen aan om goed samen te werken.
Op weg naar de waterpool in de bergen.
vrijdag 16 april 2010
Woensdag 14/04 – Vrijdag 16/04 – Grade 10-kamp
Na een korte nacht, een lesje: ‘Hoe maak ik mijn koffer in een kwartier’ en het afscheid van Tim stonden we paraat om 7.30 uur om te vertrekken richting ‘Grabouw’. Een afgelegen kampplaats in de bergen op een uurtje rijden van Kaapstad wachtte op ons, 65 kinderen en nog twee leerkrachten. Meisjes aan de ene kant, jongens aan de andere kant, bedden werden getest, kamers ingericht, … Aan enthousiasme was geen gebrek vanaf de eerste momenten van het kamp. Voor veel leerlingen is dit de eerste keer dat ze zonder ouders er op uit trekken, de eerste maal met hun vrienden in een kamer slapen, … Voor andere leerlingen was het zwemmen in een natuurlijke ‘waterpool’ in de namiddag een première. Het plezier, de ontdekking, het enthousiasme, … het droop van de leerlingen. Plezant om te zien!
Voor het avondeten werd de samenwerking binnen de verschillende groepen getest aan de hand van een kaartspel. Communicatie, vertrouwen, strategie, … De grondslag van het nodige teamwork werd gelegd en besproken. Na een ‘boerewors’ met verse groentjes kwamen de Afrikaanse zang- en danstalenten boven. Het cliché werd bevestigd: Afrikanen gooien zich in de strijd bij het horen van een goed djembé-ritme. Na 23 uur was het de taak van de leerkrachten (en wij dus) om de leerlingen stil te krijgen. Een grote opgave: “Als je op kamp bent, ga je toch niet slapen op 23 uur?!”
Donderdagvoormiddag stond een ‘amazing race’ op het programma. Elke groep stond voor zes uitdagingen waarbij opnieuw de ‘teamspirit’ heel belangrijk was. Een obstakelparcours, een reeks logische denkvragen, een ‘spiderweb’, … Wij waren verantwoordelijk voor deze laatste uitdaging. Schitterend om te zien hoe de leerlingen zich organiseerden en al dan niet samenwerkten. We voelden ons even op ‘roodkapjeskamp’ (jeugdbeweging VKSJ). In de namiddag werden een heleboel quizvragen voorgeschoteld. Doevragen en denkvragen zorgden voor een spannende strijd tussen de verschillende groepen. ’s Avonds stond een heuse ‘talentshow’ op het programma. Er werden leerkrachten geïmiteerd, toneeltjes gespeeld, … bij momenten lag iedereen plat van het lachen.
Vrijdagmorgen was het alweer tijd om alles op te ruimen. We hielpen de leerlingen waar nodig, controleerden de kamers, hielpen de kuisploeg, … De animatoren hadden een laatste geweldige activiteit in petto. Elke groep kreeg drie stukken karton en twee grote rollen plakband. ‘Let’s build a canoe in fifty minutes’. Na een heleboel plannen, discussies, ideeën, rollen plakband, … mocht het resultaat van alle groepen er zijn. Maar dan moesten de boten uiteraard nog getest worden! Hilarisch en jammer tegelijk hoe een uur zwoegen plots verdwijnt als de eerste persoon in het bootje stapt. Twee van de zes groepen slaagden er in om met twee leerlingen in hun boot te gaan zitten en te peddelen tot de andere kant van … het zwembad.
Ten slotte kreeg elke groep een leuke prijs voor hun goede samenwerking. Dit ‘teambuildingkamp’ heeft deze groep leerlingen vast en zeker dichter bij elkaar gebracht. Wij zagen veel leerlingen op een heel andere manier dan in de school. De leerlingen genoten van het kamp, en wij zijn blij dat we erbij konden zijn en de twee leraren een handje konden toesteken voor het begeleiden van de 65 leerlingen!
Voor het avondeten werd de samenwerking binnen de verschillende groepen getest aan de hand van een kaartspel. Communicatie, vertrouwen, strategie, … De grondslag van het nodige teamwork werd gelegd en besproken. Na een ‘boerewors’ met verse groentjes kwamen de Afrikaanse zang- en danstalenten boven. Het cliché werd bevestigd: Afrikanen gooien zich in de strijd bij het horen van een goed djembé-ritme. Na 23 uur was het de taak van de leerkrachten (en wij dus) om de leerlingen stil te krijgen. Een grote opgave: “Als je op kamp bent, ga je toch niet slapen op 23 uur?!”
Donderdagvoormiddag stond een ‘amazing race’ op het programma. Elke groep stond voor zes uitdagingen waarbij opnieuw de ‘teamspirit’ heel belangrijk was. Een obstakelparcours, een reeks logische denkvragen, een ‘spiderweb’, … Wij waren verantwoordelijk voor deze laatste uitdaging. Schitterend om te zien hoe de leerlingen zich organiseerden en al dan niet samenwerkten. We voelden ons even op ‘roodkapjeskamp’ (jeugdbeweging VKSJ). In de namiddag werden een heleboel quizvragen voorgeschoteld. Doevragen en denkvragen zorgden voor een spannende strijd tussen de verschillende groepen. ’s Avonds stond een heuse ‘talentshow’ op het programma. Er werden leerkrachten geïmiteerd, toneeltjes gespeeld, … bij momenten lag iedereen plat van het lachen.
Vrijdagmorgen was het alweer tijd om alles op te ruimen. We hielpen de leerlingen waar nodig, controleerden de kamers, hielpen de kuisploeg, … De animatoren hadden een laatste geweldige activiteit in petto. Elke groep kreeg drie stukken karton en twee grote rollen plakband. ‘Let’s build a canoe in fifty minutes’. Na een heleboel plannen, discussies, ideeën, rollen plakband, … mocht het resultaat van alle groepen er zijn. Maar dan moesten de boten uiteraard nog getest worden! Hilarisch en jammer tegelijk hoe een uur zwoegen plots verdwijnt als de eerste persoon in het bootje stapt. Twee van de zes groepen slaagden er in om met twee leerlingen in hun boot te gaan zitten en te peddelen tot de andere kant van … het zwembad.
Ten slotte kreeg elke groep een leuke prijs voor hun goede samenwerking. Dit ‘teambuildingkamp’ heeft deze groep leerlingen vast en zeker dichter bij elkaar gebracht. Wij zagen veel leerlingen op een heel andere manier dan in de school. De leerlingen genoten van het kamp, en wij zijn blij dat we erbij konden zijn en de twee leraren een handje konden toesteken voor het begeleiden van de 65 leerlingen!
woensdag 14 april 2010
Foto's Tafelberg en Kaappunt
dinsdag 13 april 2010
Zondag 11/04 tot dinsdag 13/04 - Extra vakantiedagen
Zaterdag kwam Tim aan in Kaapstad. De directeur had ons twee extra dagen vakantie gegeven zodat we tijd konden doorbrengen met 'Kaats boyfriend'. En daar hebben we zeker van geprofiteerd.
Zondagmorgen gingen we met de kabelbaan op de Tafelberg. Het weer was heel helder en daardoor hadden we een prachtig zicht in alle richtingen op Kaapstad. Sportief als we zijn, wandelden we ongeveer 2 uur op de Tafelberg. Daarna namen we een zeer steil, soms gevaarlijk, prachtig en 'natuur'lijk weggetje (dat vaak niet op een pad geleek) terug naar beneden. We deden er zo'n 3 uur over om de berg af te dalen. Amai onze kuiten!!
Met de taxi reden we terug naar het hostel. We rustten even uit om fit te zijn voor de eerste Zuid-Afrikaanse braai voor Tim.
Maandag bezochten we de 'Pan African Market' in Kaapstad, een leuk marktje met massa's Afrikaanse souvenirs. Je hebt ogen te kort om alles in detail te bekijken. Daarna vertrokken we richting 'Cape Point'. We maakten een tussenstop in Simon's Town om de pinguins aan Tim te tonen. Rond 15u30 bereikten we 'Table Mountain National Park'. Na een korte rit (met bavianen op de weg) en een lastige klim, stonden we op het 'zuidelijkste punt'. Opnieuw was het een prachtige dag en konden we heel ver kijken. Prachtig!! Even later reden we naar 'Kaap de Goede Hoop'. De kustlijn is gewoonweg schitterend: golven, rotsen, zeewier ('zeegras' zoals ze hier zeggen)... Hier maakten we een traditionele foto bij het welgekende bord. De zon begon stilaan te zakken. In Kommetjie, een klein kustdorpje op de terugweg, genoten we, samen met een welverdiend ijsje, van de zonsondergang. Het was alweer een mooi dag geweest.
Vandaag hadden we zin om naar het strand te gaan. Lekker 'kuieren'!! Op weg naar zee konden we onze ogen niet geloven. Overal op zee hing een laaghangende mist. Een magnifiek zicht, nog nooit gezien. Na bergen foto's reden we verder naar een mooie badplaats. Helaas, door de mist belandden we in een dicht witte massa wolken. We waren even teleurgesteld en besloten dan maar om naar Houtbaai, waar Chapmans Peak is, te gaan. Plots fleurden we helemaal op. Doordat Houtbaai een redelijk diepe baai is, was het gespaard van de mist. Ons strandje kon toch nog doorgaan.
's Avonds gingen we samen met Alwyn naar 'Waterfront', een omgebouwde toeristische haven. In de avondzon dronken we koffie en aten we een ijsje. Rond 18u reden we naar Signal Hill voor de zonsondergang. De hemel was prachtig: roze mistwolken hingen boven de bergen rondom Kaapstad. Niettegenstaande er niet zóveel wolken waren, was de zonsondergang toch kleurrijk. Tim genoot ervan en kon zijn fotocamera niet loslaten. Als afsluiter van de dag en afscheid van Tim, braaiden we nog maar eens. Lekker!!
Morgenochtend vertrekt Tim weer richting Zambia. Helaas kunnen we hem geen uitgebreid afscheid geven, want wij moeten vroeg van de partij zijn. Het schoolleven roept ons weer: we vertrekken om 7u30 met grade 10 op kamp voor drie dagen. Door onze reis en de leuke tijd met Tim, zijn we wel wat moe. Uitrusten zal moeten wachten tot het weekend. We hebben zelfs nog geen tijd gehad om onze koffer voor het kamp te maken. Het wordt morgen dus vroeg opstaan.
Nu is het bedtijd. Je hoort zeker iets van ons binnen drie dagen (na het kamp). Slaapwel!!
Zondagmorgen gingen we met de kabelbaan op de Tafelberg. Het weer was heel helder en daardoor hadden we een prachtig zicht in alle richtingen op Kaapstad. Sportief als we zijn, wandelden we ongeveer 2 uur op de Tafelberg. Daarna namen we een zeer steil, soms gevaarlijk, prachtig en 'natuur'lijk weggetje (dat vaak niet op een pad geleek) terug naar beneden. We deden er zo'n 3 uur over om de berg af te dalen. Amai onze kuiten!!
Met de taxi reden we terug naar het hostel. We rustten even uit om fit te zijn voor de eerste Zuid-Afrikaanse braai voor Tim.
Maandag bezochten we de 'Pan African Market' in Kaapstad, een leuk marktje met massa's Afrikaanse souvenirs. Je hebt ogen te kort om alles in detail te bekijken. Daarna vertrokken we richting 'Cape Point'. We maakten een tussenstop in Simon's Town om de pinguins aan Tim te tonen. Rond 15u30 bereikten we 'Table Mountain National Park'. Na een korte rit (met bavianen op de weg) en een lastige klim, stonden we op het 'zuidelijkste punt'. Opnieuw was het een prachtige dag en konden we heel ver kijken. Prachtig!! Even later reden we naar 'Kaap de Goede Hoop'. De kustlijn is gewoonweg schitterend: golven, rotsen, zeewier ('zeegras' zoals ze hier zeggen)... Hier maakten we een traditionele foto bij het welgekende bord. De zon begon stilaan te zakken. In Kommetjie, een klein kustdorpje op de terugweg, genoten we, samen met een welverdiend ijsje, van de zonsondergang. Het was alweer een mooi dag geweest.
Vandaag hadden we zin om naar het strand te gaan. Lekker 'kuieren'!! Op weg naar zee konden we onze ogen niet geloven. Overal op zee hing een laaghangende mist. Een magnifiek zicht, nog nooit gezien. Na bergen foto's reden we verder naar een mooie badplaats. Helaas, door de mist belandden we in een dicht witte massa wolken. We waren even teleurgesteld en besloten dan maar om naar Houtbaai, waar Chapmans Peak is, te gaan. Plots fleurden we helemaal op. Doordat Houtbaai een redelijk diepe baai is, was het gespaard van de mist. Ons strandje kon toch nog doorgaan.
's Avonds gingen we samen met Alwyn naar 'Waterfront', een omgebouwde toeristische haven. In de avondzon dronken we koffie en aten we een ijsje. Rond 18u reden we naar Signal Hill voor de zonsondergang. De hemel was prachtig: roze mistwolken hingen boven de bergen rondom Kaapstad. Niettegenstaande er niet zóveel wolken waren, was de zonsondergang toch kleurrijk. Tim genoot ervan en kon zijn fotocamera niet loslaten. Als afsluiter van de dag en afscheid van Tim, braaiden we nog maar eens. Lekker!!
Morgenochtend vertrekt Tim weer richting Zambia. Helaas kunnen we hem geen uitgebreid afscheid geven, want wij moeten vroeg van de partij zijn. Het schoolleven roept ons weer: we vertrekken om 7u30 met grade 10 op kamp voor drie dagen. Door onze reis en de leuke tijd met Tim, zijn we wel wat moe. Uitrusten zal moeten wachten tot het weekend. We hebben zelfs nog geen tijd gehad om onze koffer voor het kamp te maken. Het wordt morgen dus vroeg opstaan.
Nu is het bedtijd. Je hoort zeker iets van ons binnen drie dagen (na het kamp). Slaapwel!!
zondag 11 april 2010
27/03 tot 10/04 - Eastern holiday
Na twee stille weken op de blog zijn we terug paraat. We hebben net een superleuke paasvakantie achter de rug en beginnen ons stilaan weer voor te bereiden voor de Zuid-Afrikaanse schoolweken.
In de paasvakantie hebben we een trip van twee weken gemaakt door Zuid-Afrika. We kunnen die reis in geuren en kleuren vertellen. We hebben zoveel gezien en gedaan. Maar om jullie wat tijd en leeswerk te besparen, gaan we “kort” even vertellen waar we zoal zijn geweest.
We vertrokken van Kaapstad en reden met de bazbus, een hop-on-hop-off bus die in heel wat Zuid-Afrikaanse backpackers stopt, naar George. Daar namen we de shuttle naar Oudsthoorn. We bezochten er de ‘Cango Caves’, (prachtige grotten), een ‘ostrich farm’ (waar we zelfs op een struisvogel hebben gereden, jaja, dat was plezant), reden met een mountainbike naar een ‘wildlife park’ en aten lekkere gebraaide struisvogel.
Vanuit Oudshoorn gingen we naar Knysna waar we onder andere een kanotocht op ‘Knysna-River’ maakten. We genoten van de stilte van de prachtige natuur. Met de bazbus zetten we onze tocht langs de ‘Gardenroute’ verder tot in Stormsriver. Daar hebben we een prachtige wandeling gemaakt langs de kusten van ‘Tsitsikamma National Park’, we deden de ‘Canopy tour’ (een soort ‘deathride’ van boom tot boom, 20 meter boven de grond), wandelden naar de ‘Big Tree’… Dat was onze laatste stop langs de ‘Gardenroute’.
Na een nacht slapen in Port Elisabeth was het een hele dag op de bazbus, op weg naar ‘Southern Drakensberge’. Maar het was de moeite waard. Onze backpacker organiseerde een dagtocht met een jeep langs de ‘Sani Pass’ tot in Lesotho. Dat konden we niet laten liggen: magnifieke uitzichten, prachtige landschappen (Kaat amuseerde haar echt met al de aardrijkskundige info die ze kreeg en zag), herders en typische dorpjes… Een dag om niet te vergeten!! Verder hebben we daar ook een lange wandeling gemaakt op een van de bergruggen, onder een waterval door, tot aan een riviertje dat we volgden tot we terug bij ons startpunt waren.
Nog nagenietend van de wonderbaarlijke tijd in Drakensberge belandden we met de bazbus in St-Lucia, een dorpje aan de kust. Dit was onze verste bestemming. Het was er supervochtig en warm, maar dat hield ons niet tegen om op het strand te wandelen, een ‘Hippo Croc Tour’ op de rivier te maken (we konden nijlpaarden en krokodillen bewonderen bij een mooie zonsondergang) en een ‘full day game drive’ in Hluhluwe-Umfulozi-National-Park te maken. We hebben welgeteld 11uur in het park doorgebracht. We vertrokken om 5 uur met een safari-jeep en waren rond 19u terug. Niettegenstaande we de nacht voordien niet veel geslapen hadden wegens een hevig onweer (bliksem, donder, bakken water en een ‘niet-waterproof’ kamer), konden we onze ogen heel goed openhouden. Wat we zagen was ongelooflijk: zebra’s, giraffen, antilopen, bavianen, aapjes, everzwijnen, krokodillen, talrijke vogels in allerlei groottes en kleuren, neushoorns, wildebeesten, buffels in een modderbad… en een hele kudde olifanten (een 70-tal) die op 3 meter van de jeep de baan overstaken!!
Gedurende onze hele trip maakten we ook kennis met de typische Afrikaanse levensstijl: mensen langs straat lopend met bagage op het hoofd, kleine huisjes, spelende kinderen, kraampjes langs snelwegen, afval… We keken onze ogen uit.
Het leek alsof we nog maar net onderweg waren, maar uiteindelijk kwamen we aan in onze laatste bestemming: Durban. We hadden nog 1 dag de tijd om deze grote stad te bezoeken. Met de bus (voor 4 Rand) reden we tot in het centrum. We bezochten er de ‘Victoria Street Market’, een overdekte Afrikaanse markt. Tussen de massa zwarten (we zagen praktisch geen blanken) baanden we ons een weg langs de vis-en-vlees-markt, waar ze echt alle ingewanden van schapen verkochten (van hoofd, huid, darmen, longen tot poten - nog nooit gezien). Van daaruit liepen we tussen overvolle stoffige winkeltjes waar ze tal van souvenirs verkochten. Gezellig maar warm en druk druk druk. We waren blij toen we op weg naar ‘the beaches’ een heerlijke ijscoupe voorgeschoteld kregen (voor slechts 3 euro). Het strand lijkt een beetje op de Belgische kust: veel flats en een lang recht strand. Durban blijft uiteindelijk een drukke grote stad (en wij verkiezen liever de rust van de natuur), maar we waren blij dat we de Afrikaanse stadssfeer hebben kunnen meemaken.
Zaterdag namen we dan vanuit Durban het vliegtuig terug naar Cape Town. Toen we rond 12u de Tafelberg vanuit het vliegtuigraampje zagen, hadden we beiden dezelfde reactie: “We are back home.”
Dat was de korte versie van onze reis. Hopelijk kan je via wat aardrijkskundig opzoekwerk een beter idee krijgen van onze 14-daagse. Als je meer info en details wenst, ben je altijd welkom voor een leuke reactie te plaatsen op de blog of voor een gezellige babbel in België!
In de paasvakantie hebben we een trip van twee weken gemaakt door Zuid-Afrika. We kunnen die reis in geuren en kleuren vertellen. We hebben zoveel gezien en gedaan. Maar om jullie wat tijd en leeswerk te besparen, gaan we “kort” even vertellen waar we zoal zijn geweest.
We vertrokken van Kaapstad en reden met de bazbus, een hop-on-hop-off bus die in heel wat Zuid-Afrikaanse backpackers stopt, naar George. Daar namen we de shuttle naar Oudsthoorn. We bezochten er de ‘Cango Caves’, (prachtige grotten), een ‘ostrich farm’ (waar we zelfs op een struisvogel hebben gereden, jaja, dat was plezant), reden met een mountainbike naar een ‘wildlife park’ en aten lekkere gebraaide struisvogel.
Vanuit Oudshoorn gingen we naar Knysna waar we onder andere een kanotocht op ‘Knysna-River’ maakten. We genoten van de stilte van de prachtige natuur. Met de bazbus zetten we onze tocht langs de ‘Gardenroute’ verder tot in Stormsriver. Daar hebben we een prachtige wandeling gemaakt langs de kusten van ‘Tsitsikamma National Park’, we deden de ‘Canopy tour’ (een soort ‘deathride’ van boom tot boom, 20 meter boven de grond), wandelden naar de ‘Big Tree’… Dat was onze laatste stop langs de ‘Gardenroute’.
Na een nacht slapen in Port Elisabeth was het een hele dag op de bazbus, op weg naar ‘Southern Drakensberge’. Maar het was de moeite waard. Onze backpacker organiseerde een dagtocht met een jeep langs de ‘Sani Pass’ tot in Lesotho. Dat konden we niet laten liggen: magnifieke uitzichten, prachtige landschappen (Kaat amuseerde haar echt met al de aardrijkskundige info die ze kreeg en zag), herders en typische dorpjes… Een dag om niet te vergeten!! Verder hebben we daar ook een lange wandeling gemaakt op een van de bergruggen, onder een waterval door, tot aan een riviertje dat we volgden tot we terug bij ons startpunt waren.
Nog nagenietend van de wonderbaarlijke tijd in Drakensberge belandden we met de bazbus in St-Lucia, een dorpje aan de kust. Dit was onze verste bestemming. Het was er supervochtig en warm, maar dat hield ons niet tegen om op het strand te wandelen, een ‘Hippo Croc Tour’ op de rivier te maken (we konden nijlpaarden en krokodillen bewonderen bij een mooie zonsondergang) en een ‘full day game drive’ in Hluhluwe-Umfulozi-National-Park te maken. We hebben welgeteld 11uur in het park doorgebracht. We vertrokken om 5 uur met een safari-jeep en waren rond 19u terug. Niettegenstaande we de nacht voordien niet veel geslapen hadden wegens een hevig onweer (bliksem, donder, bakken water en een ‘niet-waterproof’ kamer), konden we onze ogen heel goed openhouden. Wat we zagen was ongelooflijk: zebra’s, giraffen, antilopen, bavianen, aapjes, everzwijnen, krokodillen, talrijke vogels in allerlei groottes en kleuren, neushoorns, wildebeesten, buffels in een modderbad… en een hele kudde olifanten (een 70-tal) die op 3 meter van de jeep de baan overstaken!!
Gedurende onze hele trip maakten we ook kennis met de typische Afrikaanse levensstijl: mensen langs straat lopend met bagage op het hoofd, kleine huisjes, spelende kinderen, kraampjes langs snelwegen, afval… We keken onze ogen uit.
Het leek alsof we nog maar net onderweg waren, maar uiteindelijk kwamen we aan in onze laatste bestemming: Durban. We hadden nog 1 dag de tijd om deze grote stad te bezoeken. Met de bus (voor 4 Rand) reden we tot in het centrum. We bezochten er de ‘Victoria Street Market’, een overdekte Afrikaanse markt. Tussen de massa zwarten (we zagen praktisch geen blanken) baanden we ons een weg langs de vis-en-vlees-markt, waar ze echt alle ingewanden van schapen verkochten (van hoofd, huid, darmen, longen tot poten - nog nooit gezien). Van daaruit liepen we tussen overvolle stoffige winkeltjes waar ze tal van souvenirs verkochten. Gezellig maar warm en druk druk druk. We waren blij toen we op weg naar ‘the beaches’ een heerlijke ijscoupe voorgeschoteld kregen (voor slechts 3 euro). Het strand lijkt een beetje op de Belgische kust: veel flats en een lang recht strand. Durban blijft uiteindelijk een drukke grote stad (en wij verkiezen liever de rust van de natuur), maar we waren blij dat we de Afrikaanse stadssfeer hebben kunnen meemaken.
Zaterdag namen we dan vanuit Durban het vliegtuig terug naar Cape Town. Toen we rond 12u de Tafelberg vanuit het vliegtuigraampje zagen, hadden we beiden dezelfde reactie: “We are back home.”
Dat was de korte versie van onze reis. Hopelijk kan je via wat aardrijkskundig opzoekwerk een beter idee krijgen van onze 14-daagse. Als je meer info en details wenst, ben je altijd welkom voor een leuke reactie te plaatsen op de blog of voor een gezellige babbel in België!
Abonneren op:
Posts (Atom)